Je wilt dat er op jouw school (meer) werk wordt gemaakt van seksuele diversiteit. Je bent overtuigd van de noodzaak en bovendien is het een verplichting die staat in de kerndoelen. Maar hoe pak je dat aan? Wat komt er kijken bij het maken van goed lhbt-beleid? Onderstaande stappen geven overzicht. In een later stadium worden aan deze stappen nog meer praktische tips gehangen.
Werk maken van seksuele diversiteit in 4 stappen:
- De stand van zaken: hoe lhbt-vriendelijk is de school? Welke signalen zeggen daar iets over?
- Als team aan de slag. Hoe krijg je iedereen in de organisatie mee?
- Het thema inbedden. Waar krijgt de aandacht voor diversiteit een structurele plek?
- Hoe komt de school verder? Doorgaan door te leren van jezelf en van anderen.
Video van de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit.
Stap 1: Hoe staan we er voor?
Steek de thermometer in het lhbt-schoolklimaat
Een school die serieus werk wil maken van het onderwerp seksuele diversiteit, wil weten wat er op school goed en fout gaat rond dit thema. Hoe lhbt-vriendelijk is de school eigenlijk? Een aantal signalen kan aangeven of het schoolklimaat meer of minder veilig is voor lhbt-leerlingen.
Expliciete signalen
Er zijn signalen die een thermometer zijn van de schoolveiligheid voor lhbt-leerlingen en -leerkrachten. Daarbij kun je denken aan:
- Homoschelden en –pesten
‘Homo!’ is het meest gebruikte scheldwoord op middelbare scholen. Het wordt gebruikt voor alles dat negatief is. Ook het bewust pesten van lhbt’s is veel voorkomend pestgedrag. Leerkrachten weten vaak niet of ze moeten verbieden dat leerlingen elkaar ‘homo’ noemen. Daardoor is onduidelijk wat geaccepteerd is op de school. Personeel is zich ook niet altijd bewust van de impact van deze scheldwoorden op jongeren die lhbt of in dubio zijn.
- Moeilijke bespreekbaarheid
Uit onderzoeken blijkt dat leerlingen moeite hebben met het bespreken van seksuele diversiteit, terwijl ze dat wel willen. Ook docenten blijken het vaak moeilijk te vinden dit onderwerp te bespreken.bron
Impliciete signalen
Er zijn ook signalen die een thermometer kunnen zijn van het persoonlijke welbevinden van lhbt-leerlingen of jongeren die nog niet goed weten hoe het zit met hun geaardheid. Kun je bepalen of het klimaat van de school positief is voor deze leerlingen? Het is lastig dit in de gaten te houden omdat de school vaak niet wéét om welke leerlingen het gaat. Toch zijn er signalen.
- Uitgestelde coming-out
Docenten vragen zich vaak af waarom hun leerlingen pas uit de kast komen als ze de school hebben verlaten; is de school niet veilig genoeg voor hun leerlingen? Dat kan inderdaad meespelen, want van de lesbische en homoseksuele leerlingen voelt 61% zich niet veilig genoeg om uit de kast te komen. Een andere reden voor een ‘late’ coming-out is dat veel jongeren hier zelf nog niet aan toe zijn. Ze willen eerst zeker zijn van hun gevoelens. bron
- Signalen die kunnen aangeven dat het niet goed gaat
Leerlingen uit minderheidsgroepen, zoals jongeren die lhbt of in dubio zijn, zenden vaker dan andere leerlingen signalen uit die aangeven dat het niet goed met ze gaat. Het kan zijn dat ze stiller worden en zich terugtrekken of juist luidruchtig zijn en aandacht trekken. In ergere gevallen zijn ze depressief, gebruiken ze medicijnen, beschadigen ze zichzelf of hebben ze suïcideneigingen. Lees hierover verder bij Zorg dragen: hoe dan?
Meten is weten
Om preciezer te weten hoe de signalen luiden waarop de school antwoord wil geven, kan de school onderzoek uitvoeren onder leerlingen en docenten. Dit kan bij voorkeur door de veiligheidsbeleving van lhbt-jongeren mee te nemen in de monitoring hiervan met het Digitaal Veiligheidsplan. Er zijn ook instrumenten die de school kunnen helpen om preciezer te weten komen welke opvattingen leerlingen hebben over seksuele diversiteit. Den bijvoorbeeld aan een Spiegelgesprek.
Richtlijnen: bronnen en materialen die op weg helpen bij een goede bewustwording en voorbereiding voor het maken van plannen |
Stap 2. Als team aan de slag
Hoe krijg je iedereen in de organisatie mee?
Om werk te maken van seksuele diversiteit is het fijn als het draagvlak daarvoor groot is binnen het team. Als dat draagvlak minder groot is, kun je toch gewoon beginnen en al doende zorgen dat iedereen langzaam wordt meegenomen. Daarna is het zaak om structureel aandacht te blijven geven aan dit draagvlak.
Wat kun je doen als team?
Samen de visie en missie bepalen
Op iedere school heeft de aandacht voor seksuele diversiteit een eigen vorm. Op iedere school begint het werken hieraan op een ander vlak. Dat is komt omdat de aandacht nauw samenhangt met de visie, de missie en de doelgroep van de school. Daarom verdient het aanbeveling een discussie te starten over de vraag wat de visie en missie van de school betekenen voor het werk maken van seksuele diversiteit. Hanteer hiervoor de gangbare principes om draagvlak te creëren. (#?)
Een werkgroepje voor de samenhang
Veel scholen maken op de één of andere manier al werk van seksuele diversiteit. Dat krijgt erkenning, energie en duurzaamheid door het meer samenhang te verschaffen. Start daarvoor bij voorkeur een werkgroepje. In het werkgroepje zitten de school- of teamleider, een kernfunctionaris (zoals het aanspreekpunt voor sociale veiligheid) en één of meer enthousiaste docenten. Het werkgroepje inventariseert wat er op school allemaal gebeurt, maakt nieuwe plannen om het elkaar te laten versterken, bedenkt acties en evalueert en verbetert die. Bovendien kan ze vaststellen hoe dit samenhangt met de visie en missie van de school en wat prioriteit verdient. Het maakt niet uit wie het werkgroepje begint, als iedereen maar weet dat het er is, en als de schoolleider het maar steunt.
De cultuur in het team: dit is belangrijk en wij kunnen dit!
Scholen en docenten geven om diverse redenen soms weinig aandacht aan seksuele diversiteit. Die belemmeringen hebben vaak te maken met verlegenheid, met kennis, met schoolcultuur. Wat kunnen redenen zijn en wat kun je er aan doen?
- Onderwijspersoneel denkt dat seksuele diversiteit op hun school geen issue is. Dat komt onder meer omdat lhbt-jongeren vaak onzichtbaar zijn.
- De impact van negatief woordgebruik of gedrag wordt onderschat.
- Docenten stellen het bespreken van het onderwerp uit omdat zij niet goed weten om te gaan met emotionele reacties van leerlingen, die ze verwachten.
- Het klimaat tussen de docenten is soms belemmerend om met dit thema aan de slag te gaan. Het aanpakken van het thema kan dan een positieve impact hebben op de openheid van het schoolpersoneel onderling.
Stap 3: Het thema inbedden
Waar krijgt de aandacht voor diversiteit een structurele plek?
Iedere school mag volgens de kerndoelen werk maken van seksuele diversiteit op een manier die past bij de eigen visie en missie. Dat geeft nog geen antwoord op de vraag waar en wanneer je dan ‘iets’ zou kunnen doen.
Ingebed in andere thema’s
Als thema staat seksuele diversiteit niet op zichzelf en is onder meer een onderdeel van:
- Relationele en seksuele vorming
- Burgerschap – de vorming van jongeren tot sociale burgers
In de kerndoelen heeft de aandacht voor seksuele diversiteit een plek gekregen vanuit de overweging dat jongeren zich respectvol dienen leren te verhouden tot diversiteit; een echt ‘burgerschapsthema’.
Ingebed in het onderwijssysteem
Seksuele oriëntatie is sterk verweven met iemands identiteit. Jongeren zijn hierin volop in ontwikkeling. Krijgen zij het gevoel dat ze op school worden gesteund in deze ontwikkeling? Het verdient de voorkeur als de aandacht voor seksuele diversiteit op een vanzelfsprekende en natuurlijke manier vorm krijgt. Dat vraagt bewuste en specifieke aandacht binnen het hele systeem van de school:
- Bij het onderwijs dat de school biedt
De school stelt vast welke aspecten in welke leerjaren en bij welke vakken aan de orde komen.
- Bij mentorschap
De school stelt vast waarom en hoe mentoren (de minderheidsgroep) lhbt-leerlingen een stimulerende leeromgeving bieden.
- Bij meer specifieke leerlingenzorg
De school stelt vast hoe zij signalen van leerlingen met een lhb-oriëntatie opvangt en tegemoet komt.
- Bij leerlingen
Deze krijgen de ruimte om zelf activiteiten op te zetten zodat ze binnen de school seksuele en genderdiversiteit kunnen laten zien en waarderen.
Ingebed in de schoolcultuur
Kunnen werken aan een ‘lastig thema’ als seksuele diversiteit vraagt ook aandacht voor de cultuur van een hele school. Leerlingen, leerkrachten, leidinggevenden, conciërges: iedereen doet mee.
- Leerlingen: een veilig klimaat door gedragsafspraken
Bewust aandacht geven aan seksuele diversiteit heeft een positieve impact op de veiligheidsbeleving van lhbt-jongeren. Maar om goed over dit onderwerp te kunnen praten, moet het schoolklimaat wel veilig genoeg zijn. De meest effectieve maatregel om tot veiligheid te komen lijkt te zijn: gezamenlijk afspraken maken over onderling gedrag. Het is belangrijk om expliciet te benoemen hoe de school omgaat met homoschelden en –pesten. Ook een open houding tussen docenten en leerlingen kan helpen om positief bezig te zijn met dit thema.
- Leerkrachten: dit is belangrijk & ik kan dit!
(Zie hierboven bij ‘Als team aan de slag – de cultuur in het team’.)
Stap 4: Doorgaan
Hoe komt de school verder?
De school is een lerende gemeenschap. Ze kan leren van zowel fouten als successen. Dat leren is zeker van belang bij werk maken van een onderwerp dat maatschappelijk gezien kwetsbaar is, zoals seksuele diversiteit. Doordat het onderwerp maatschappelijk controversieel is, verdwijnt het ook gemakkelijk van de agenda. Hoe zorg je voor continuïteit en hoe verbeter je jezelf als school?
- Ga door met het werkgroepje
Ook hier is het bestaan van een werkgroepje, liefst onder leiding van of met steun door de schoolleider, belangrijk [anker naar de tekst hierboven over werkgroepje]. Dit werkgroepje zorgt ervoor dat de eerste successen binnen de school worden gevierd. Een eerste actie van het werkgroepje kan bijvoorbeeld zijn om een projectweek te organiseren rond seksuele diversiteit. In de lerarenkamer wordt het succes gevierd. De wens ontstaat om meer structureel en duurzaam aandacht te geven aan het onderwerp. Samen met het docententeam ontwerpt het werkgroepje een doorlopende leerlijn.
- Inspiratie van andere scholen
De school kan ook leren van goede voorbeelden van andere scholen.