‘Met wie woon jij?’ is een lespakket over gezinsvormen. Het bestaat uit een kwartet, een lesbrief, kleurplaten, extra info en een ouderbrief voor groep drie t/m acht. Met dit gratis materiaal van Gay&School werk je aan de kerndoelen 37 en 38 in het po.
Elk thuis is anders
Met alle verschillende gezinssamenstellingen in onze samenleving is het interessant om met je leerlingen te onderzoeken welke mogelijkheden er allemaal zijn. In het kader van burgerschap en omgaan met verschillen is het van belang dat kinderen leren dat het niet bij iedereen thuis hetzelfde is.
Als je de les ‘Met wie woon jij?’ geeft, werk je aan het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. Hieronder valt: samenleven, gezin, gezinsleven en soorten gezinnen (kerndoel 37), sociale & culturele invloeden en seksuele diversiteit (kerndoel 38).
Elkaar beter kennen
Met deze les worden leerlingen op een speelse manier meer bij elkaar betrokken. Dit helpt om van je klas een groep te maken. Door met elkaar te praten over hun thuissituaties gaan kinderen elkaar beter kennen en begrijpen. Ook vinden ze het fijn
zichzelf terug te zien Praktijkvoorbeeldje: Moeder Erica speelt het kwartet thuis voor het eerst met haar dochters Maria (8) en Guusje (11). De familie woont in een multiculturele wijk in een grote stad. De kinderen vinden de tekeningen hilarisch, verder vinden ze niet zo veel. Ze willen gewoon winnen. Totdat Guusje ineens Lieselot uit de Moesstraat ziet: "Kijk mamma, dat meisje woont ook in twee huizen, net als ik!" Ze vindt het fijn dat haar situatie er ook bij staat.
in een van de gezinsvormen van het kwartet.
De les
Voor deze les maak je gebruik van een aantal materialen: een lesbrief, een kwartet, kleurplaten, een flyer over gezinsvormen en een ouderbrief. Deze materialen zijn gratis te downloaden onderaan deze pagina.
De lesbrief bestaat uit verschillende ideeën en tips. Je krijgt onder meer suggesties over manieren om het thema te introduceren, hoe je een ‘klein portret van thuis’ kunt laten maken, vragen voor in de kring, kwartetten en een goede afronding.
(In de lesbrief is sprake van gedrukte materialen waaronder een poster. Deze zijn op dit moment echter niet beschikbaar.)
Jouw thuis op een kleurplaat
Het kwartet bestaat uit negen gezinsvormen. Terwijl de leerlingen deze thuissituaties bij elkaar ‘sparen’, maken ze onder meer kennis met een multiculturele familie, een alleenstaande vader, een islamitisch gezin, een meisje met twee moeders en een jongetje dat met zijn oma woont.
Ieder kind kan een kleurplaat krijgen, waarop ruimte is om een foto van zijn/haar eigen thuis te plakken (twee thuizen: twee kleurplaten). Deze kleurplaten kun je (tijdens deze les) op de muur plakken.

Download gratis het kwartet-pakket
In de eerste helft van 2021 wordt het kwartet-pakket gratis beschikbaar gesteld als download. (We overwegen daarna weer een kant-en-klaar pakket te koop aan te bieden.)
- Print het kwartet op het dikste papier dat jouw printer kan verwerken. Print eerst de voorkanten van de kaartjes en daarna de achterkanten.
- De lesbrief
- De flyer over gezinsvormen
- De kleurplaat
- De ouderbrief
Heb je al lang niet meer gekwartet? Hierbij de spelregels nog even
op een rij. Aantal spelers
Meestal speel je kwartet met 3 t/m 8 spelers. Verderop in deze tekst vind je een variant voor 2 spelers.
Doel
Het is de bedoeling om zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te verzamelen. Een set van 4 bij elkaar horende kaarten heet een kwartet. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kaarten heeft. Degene met de meeste kwartetten heeft gewonnen.
Voorbereiding
Alle kaarten worden goed gehusseld en opgedeeld onder de spelers. Het kan zijn dat sommige spelers meer kaarten hebben dan anderen. Men mag elkaars kaarten niet zien. Grote mensen houden alle kaarten in één hand; kinderen zetten ze soms in een speciale kaartenhouder of ‘verstoppen' ze achter een barricade tussen hen in.
Het spel
• Een willekeurige speler begint, bijvoorbeeld degene met het grootste gezin of met de oudste opa.
• Wie aan de beurt is, vraagt één van de andere spelers een kaart die hij zelf niet heeft. Dit moet wel een kaart zijn van een kwartet waarvan hij zelf minimaal een kaart bezit.
• Noem de naam van het kwartet (bijvoorbeeld 'Postweg 10') en vraag naar de kaart die je wilt hebben (bijvoorbeeld 'Dochter Josefien'). Als de gevraagde speler die kaart heeft, dan moet hij deze afgeven.
• De speler die aan de beurt is, mag net zo lang doorgaan met vragen totdat iemand de gevraagde kaart niet heeft. Dan is zijn beurt voorbij. De speler aan wie het laatst is gevraagd om een kaart, krijgt dan de beurt.
• Als iemand een setje van vier kaarten heeft, roept deze 'kwartet!' en legt de vier bij elkaar horende kaarten voor zich neer op tafel.
• Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn.
Variaties
De kinderen mogen om de beurt – met de wijzers van de klok mee – één keer een kaart vragen.
Degene met de beurt mag net zo lang doorvragen tot iemand de gevraagde kaart niet heeft òf totdat hij een kwartet heeft. Daarna gaat de beurt naar degene links van hem.
Degene met de beurt mag een andere speler vragen of deze één of meerdere kaarten wil ruilen. De ander mag weigeren te ruilen.
Als een speler een kwartet heeft, mag deze een andere speler (een willekeurige speler of degene rechts van hem) een opdrachtje geven of een vraag stellen. Bijvoorbeeld: tel alle leeftijden van je huisgenoten bij elkaar op – maak een ander woord van de letters in de voornaam van je moeder – hoeveel boterhammen worden er bij het ontbijt door de hele familie gegeten – heb jij een huisdier? – enzovoort.
Kwartet met 2 spelers en blinde stapel
Bij het verdelen van de kaarten kun je een derde deel van de kaarten ondersteboven op stapel leggen. Het spel verloopt zoals hierboven beschreven, maar als iemand een kaart vraagt die niet gegeven kan worden, krijgt hij een kaart van de blinde stapel als afsluiting van zijn beurt.