2014 | De zorgvraag van genderkinderen blijft vaak onbeantwoord. Hulpverleners durven niet door te vragen zodat de problemen van de jongeren niet worden aangepakt, meent maatschappelijk werker Franse van Transvisie Zorg. Hij geeft praktische tips in het vakblad Sozio.
Een op de honderd leerlingen?
En half procent tot ruim één procent van de Nederlandse bevolking is ongelukkig met de genderrol die van hen verwacht wordt; ze hebben ‘genderdysforie’. Het gaat om 83.000 tot 183.000 Nederlanders. Velen van hen hebben het moeilijk (gehad) – 21% van de volwassen transgenders heeft ooit een zelfmoordpoging gedaan.
Hulp – op tijd
Hulp is natuurlijk altijd belangrijk. Maar bij genderkinderen speelt de tijd ook een rol. Als een genderdysfore jongere kan profiteren van bijvoorbeeld puberteitsremmers, moet de hulpverlening er wel op tijd bij zijn.
Niet doorvragen
Volgens Bastiaan Franse, maatschappelijk werker bij Transvisie Zorg herkennen hulpverleners de problemen van genderkinderen vaak niet. Hierdoor worden wel de symptomen behandeld, maar blijft de zorgvraag onbeantwoord. Dit betoogt hij in het oktobernummer van Sozio, vakblad voor sociale en pedagogische beroepen. Hij geeft het voorbeeld van de jongere die weinig vrienden heeft en (zonder goed doorvragen) naar een weerbaarheidstraining wordt gestuurd.
Tactvolle tips
De reden dat hulpverleners niet doorvragen is volgens Franse onder meer de angst dat ze het niet goed hebben. Ze hebben niet de juiste woorden het onderwerp tactvol aan te snijden. Daarom geeft Franse een paar handige zinsneden die probleemloos gebruikt kunnen worden. De vragen komen erop neer of iemand het gevoel heeft zichzelf te kunnen zijn. Bijvoorbeeld: “Voel je je prettig als jongen tussen de jongens?” (Voor meer tips, lees het artikel.)
Doorverwijzen
Ontwikkelingspsychologe Tanja van der Hengel raadt aan om jongeren met genderdysforie altijd door te sturen naar gespecialiseerde hulp. Steunfiguren kunnen de plank mis slaan. Het is niet altijd duidelijk of iemand echt transgender is. Ook is ‘uit de kast komen’ niet in alle gevallen de beste beslissing.
Meer aandacht op scholen
Franse en Van der Hengel zien dat er al meer begrip is voor genderdysforie dan vroeger en zij verwachten dat de acceptatie langzaam zal groeien, zoals dat ook het geval was met homoseksualiteit. Franse denkt dat dat proces zou worden versneld als er meer aandacht voor genderdiversiteit is op scholen en in opleidingen.
Verder lezen
- ‘Hulpverleners kennen genderproblematiek vaak niet‘, Sozio oktober 2014