2013 | Biologie-docente Mariëlle vertelt hoe veilig haar school is om uit de kast te komen, maar hoe zelden dat toch gebeurt. Welke goede dingen op lhbt-gebied gebeuren al op haar school en wat kan nog worden aangepakt? De geaccepteerde geslachtverandering van een van de leerlingen, was een mooie opsteker.
Dit verhaal is overgenomen van het Forum Veilige School.
Dat gebeurt bij ons toch niet?!
“Homo-pesten? Dat speelt bij ons op school niet”, zo hoor ik vaak. Maar dat ligt een tikje genuanceerder. Oké, we zijn een leuke school, dat zijn we echt. Er wordt bij ons niemand echt gemeen gepest, geslagen of na schooltijd opgewacht bij de poort. En de mensen die openlijk niet-hetero zijn (leerlingen en personeel) worden geaccepteerd.
Maar… in de pauzes klinkt geregeld hard door de kantine: “Hé, homo!”, of “Doe toch niet zo gay, man!” Grappig bedoeld, verzekeren de roepers me desgevraagd. Is dat nou wel zo grappig? En is het erger dan “Hé rooie” of “Krullenbol”? Ja, dat is van een andere orde. Je seksualiteit gaat veel dieper, dat is je identiteit, wie je bent als mens.
Hoe kan het dat ik maar van 5 leerlingen (van de 1000) weet dat ze lesbisch, homo, biseksueel of transgender (lhbt) zijn? Waar zijn die andere 95 die volgens de statistieken bij ons rond zouden moeten lopen? Kennelijk willen die niet uit de kast komen, of ze durven het niet. Daar is de sfeer op school wellicht niet uitnodigend of veilig genoeg voor.
Valt daar wat aan te doen? En hoe dan? Dat is op verschillende scholen onderzocht. De belangrijkste conclusie is overal: Een veilig schoolklimaat, waarin het heel gewoon is als jongens met jongens gaan, of meisjes met meisjes, ontstaat niet vanzelf. Daar moet echt bewust moeite voor gedaan worden – schoolbreed. Ik hoop dat dit jaar bij ons op school een goed lhbt-beleid van de grond kan komen.
Openheid werkt
Zelf heb ik al ervaren dat het belangrijkste is: openheid-openheid-openheid. Je moet het er gewoon over hebben, niet alleen in de lessen seksuele voorlichting, niet alleen in het schoolbeleidsplan. Gewoon tussen neus en lippen door, gewoon in de les, in de pauze. Ik geef biologie, dus als we het over seksualiteit hebben, bespreek ik ook hoe homo’s en lesbiennes vrijen. In gesprekjes over het weekend vertel ik waar ik met mijn vrouw heen geweest ben. Als ik de schoolregel bespreek ‘Je blijft van elkaar af’, voeg ik daaraan toe ‘Dat geldt ook als je elkaar heel leuk en lief vindt’ en wijs daarbij op 2 jongens of 2 meisjes. En dat werkt. Natuurlijk wordt er gegiebeld, maar eigenlijk niet meer dan wanneer het over jongen-meisje gaat.
Deze aanpak past ook prima binnen andere vakken. Niet een aparte les “Nu gaan we het over homoseksualiteit hebben”, maar gewoon casual tussendoor. Bij maatschappijleer kan het gaan over een weggepest homostel of wat de klas vindt van de extravagante gay-parade, bij geschiedenis past het binnen lessen over emancipatie en discriminatie, bij de talen zou aandacht kunnen zijn voor homoschrijvers, bij wiskunde/rekenen kun je Jan en Karel samen boodschappen laten doen, enzovoort.
Pauzesurveillance
Ik denk dat we moeten afspreken dat de docenten die toezicht houden tijdens de pauzes niet alleen de orde handhaven, maar ook reageren op gescheld of homo-onvriendelijke opmerkingen. Gewoon meteen op een leerling afstappen: “Doe maar niet, dat schelden met homo”.
Ik zou het ook graag een beetje luchtig en ludiek willen en positieve kanten van de homocultuur een plekje willen geven. Onze schoolfeesten hebben altijd een thema, we zouden af en toe een roze feest kunnen organiseren. Pauzes worden vaak ingevuld met allerlei soorten muziek of korte theaterstukjes. Misschien kunnen we af en toe een blokje homoliederen doen, dan kan iedereen lekker meebrullen.
Jongen wordt meisje
Als leerlingen open benaderd worden, zijn ze in staat heel ruimdenkend te zijn. Dat is niet alleen mijn overtuiging, dat heb ik ook ervaren.
Een aantal jaar geleden bleek een van onze brugklassers te worstelen met zijn geslacht. Hij wist al zijn hele leven dat hij een meisje was. Hij werd begeleid door de genderkliniek in Amsterdam. Op school liep hij rond als jongen, maar voelde zich daar steeds ongelukkiger onder. In overleg met hem, zijn ouders en de schoolleiding hebben we besloten om het open te gooien, vlak voor de zomervakantie.
In zijn klas heb ik eerst verteld dat sommige mensen weten dat er bij hen iets niet klopt in de match tussen geest en lichaam. We hebben een stuk gekeken van de film over de transgender Valentijn. En toen heeft de leerling in kwestie vertelt dat hij voortaan graag als meisje door het leven wilde. De klas was muisstil, maar niet eens echt verrast, ze voelden dat dit gewoon paste bij dit kind. Ook de feitelijke stappen zijn besproken: puberteitsremmers, vanaf 16 jaar hormonen en met 18 eventueel een operatie. En natuurlijk was er ruimte voor de onwennigheid van de klasgenoten: “En als we ons nou vergissen en per ongeluk toch ‘Hij’ zeggen in plaats van ‘Zij’? En wat nou als je je bedenkt? En hoe moet het dan met omkleden voor gym? En met slapen op schoolkamp?”
We hebben de klasgenoten aangesproken op hun verantwoordelijkheid: “De rest van de school weet minder precies hoe het zit, dus die doen misschien wel een beetje raar in het begin. Dan moeten jullie dit nieuwe meisje maar in bescherming nemen en zeggen dat ze gewoon bij jullie hoort, klaar”. En dat deden ze, echt geweldig. Natuurlijk had iedereen een beetje tijd nodig om te wennen. We hebben daarom ook met dat meisje afgesproken dat ze zich niet meteen extravagant zou kleden of opmaken, maar dat heel rustig zou opbouwen.
Na de zomervakantie had ze een nieuwe naam gekozen. Daar hebben we een kleine ceremonie van gemaakt in de klas: Ze onthulde haar nieuwe naam en vertelde dat het voelde als een nieuw begin in haar leven. Haar ouders hadden een prachtig nieuw-geboortekaartje gemaakt voor hun dochter. Ze deelde die kaartjes uit in de klas, en beschuiten met muisjes. Daarna hebben we plechtig haar nieuwe naam opgenomen in de schooladministratie en de M veranderd in een V.
Inmiddels zit ze in de bovenbouw en is iedereen gewend aan haar nieuwe identiteit. Zij is gewoon een van de meisjes, het is geen punt meer (behalve als de klassenfoto van de brugklas opduikt). Ik vind dit echt een voorbeeld van hoe goed en gemakkelijk leerlingen ‘anders-zijn’ accepteren of zelfs omarmen als de sfeer veilig en open is, en als er ook aandacht besteed wordt aan onwennigheid.
Veilige school
En daarom heb ik er ook vertrouwen in dat we een veilige school kunnen worden, waarin anders-zijn gerespecteerd en geaccepteerd (en zelfs gewoon) is. Een school waar iedereen zich vrij voelt om zichzelf te zijn, ongeacht zijn of haar (seksuele) identiteit en waar iedereen zijn of haar talenten volledig durft te ontplooien.
Laten we de mouwen opstropen en aan de slag gaan!
Bron: Dit verhaal is integraal overgenomen van het Forum Veilige School, ‘Waar zijn toch de homo’s?’ 14-10-2013